Softwarepakket rekenvaardigheid




















Hierbij gaat het om een zelfstandige opleiding, uitsluitend gericht op onderwijs. Bovenstaande varianten komen voor. Een aantal opleidingen geeft aan dat dit percentage de afgelopen jaren is gezakt.

Een en ander heeft onder meer te maken met een betere voorlichting over de eisen die op de pabo worden gesteld aan rekenen en taal. Vanuit het kenniscentrum zorg en welzijn OVDB worden eisen gesteld aan de inhoud en examinering van het onderwijs.

Deze voorwaarden hebben invloed op de kwaliteit van de deelnemers die naar de pabo doorstromen. De verschillen tussen taal en rekenen in het kwalificatieprofiel zijn groot. Zo staat over rekenen niets in het kwalificatieprofiel. Voor Nederlandse taal is de situatie anders. Alle mbo-opleidingen — dus ook die voor onderwijsassistent — moeten leerlingen afleveren die voldoen aan de standaarden van het European Common Framework voor Nederlands Lissabon-afspraak.

Knelpunten en oplossingen bij de overgang van mbo naar pabo en leraarschap. Regioplan Beleidsonderzoek, november Dit gebeurt op verschillende momenten in de opleiding, met verschillende soorten toetsen. Het gaat hier om de pabo instroomtoetsen voorheen werden andere diagnostische toetsen van de pabo gebruikt. De opleiding stelt als eis voor het behalen van het diploma Onderwijsassistent dat deelnemers de toets voldoende maken. De toetsen zijn door de opleiding zelf ontwikkeld en gebaseerd op niveau eind groep 8.

Deze deelnemers hebben een doorstroomportfolio. Deze ondersteuning is in sommige gevallen specifiek gericht op doorstroom naar de pabo. Het is een vrije keus van de deelnemers om de lessen te volgen competentiegericht leren. Deelnemers die aan het begin van het schooljaar gezakt zijn voor de toets, komen naar de rekenlessen.

Daarnaast maken deelnemers huiswerk. Een andere aanpak is die van een combinatie van klassikale instructie, zelfstudie en peer coaching deel-. Dit vindt plaats op vrijdagmiddag. Als deelnemers de modulen met goed gevolg afronden, bestaat de mogelijkheid tot instroom in het tweede jaar van de pabo.

Bij de methoden die op de opleidingen voor Onderwijsassistent worden gebruikt zijn enkele opmerkingen gemaakt.

Belangrijk voor deze doelgroep is dat binnen de verschillende domeinen op verschillende niveaus gewerkt moeten kunnen worden. Zo zijn de voorbeelden die in de boeken worden gebruikt vaak erg moeilijk en worden er meer onderwerpen of te diepgaande onderwerpen behandeld dan voor het maken van de instroomtoets nodig is. Het is belangrijk dat methoden de lesstof overzichtelijk presenteren en niet teveel onderwerpen behandelen. Uit de gesprekken met de scholen voor voortgezet onderwijs blijkt dat enkele scholen een eerste ervaring hebben met het toetsen van havo- en vwo-leerlingen op het gebied van rekenen.

De docenten van de leerlingen geven aan dat het niet goed gesteld is met de rekenvaardigheid van hun leerlingen. Met name sommen met breuken en het metriek stelsel.

Sommige kennis is snel weer opgefrist, andere kennis moet van verder komen. Het is een vrije keus voor leerlingen. De aandacht aan het eind van het schooljaar kort voor het eindexamen is niet optimaal. In overleg met de pabo waar ook de toets is afgenomen wordt bekeken welke methode het best kan worden gebruikt.

Activiteiten in het voortgezet onderwijs specifiek gericht op de instroomtoets taal zijn we niet tegengekomen. De deelnemer beschrijft in dit document zijn of haar competenties Nederlands, rekenen en mens en maatschappij. Ook de toetsresultaten op deze vakken zijn opgenomen in dit document. Samenwerking met scholen vo komt duidelijk minder voor; het gaat dan veelal om het verzorgen van voorlichtingsbijeenkomsten.

In alle gevallen zijn de onderwijsinstellingen positief over de onderlinge afstemming en hechten zij daar ook veel belang aan.

Een kritische kantteke-. Ook de planning en afstemming over toetsen met verschillende scholen vo en mbo is problematisch. Er is immers een groot aantal toeleverende scholen. De methoden zijn beoordeeld door panels van docenten mbo, vo en pabo.

Iedere methode wordt kort beschreven in termen van didactiek, sterke en zwakke punten in gesprek tussen uitgever en onderzoekers en vervolgens wordt het oordeel van de docenten gegeven. Door feedback te krijgen kunnen studenten modules in hun eigen tempo doorlopen; ook feedback door oefentoetsen die automatisch worden nagekeken. Bij een fout antwoord ontvangt de student feedback en krijgt de kans de som nog een keer te maken.

Daarbij kiest de student zelf het niveau. Het is de bedoeling op korte termijn een nieuwe, verbeterde versie uit te brengen. Het is een goede manier om te oefenen voor de instroomtoets studenten hebben er positieve ervaringen mee.

De feedback is niet altijd geslaagd. Voor studenten met een zeer lage rekenvaardigheid is de uitleg bij de opgaven soms te moeilijk te kort door de bocht. Dat is een verrijking voor goede leerlingen, voor zwakkere leerlingen kan het verwarrend werken. Alleen geschikt in combinatie met instructie door de docent. Voor studenten die van ver moeten komen ligt het tempo te hoog of zijn de stappen te groot. Voor hen zijn waarschijnlijk meer tussenliggende oefenmomenten nodig.

De didactiek en de uitleg zijn te ingewikkeld voor leerlingen van het VO. Basale gecijferdheid rekenen tot en de verbindingen met het alledaagse leven , 2. Professionele gecijferdheid het rekenen in middenbouw en bovenbouw, met rekenkundige en didactische doordenkingen. De hoofdstukindeling is gebaseerd op de leerstofdomeinen van het vak. De student kan op zijn eigen niveau aan de slag en krijgt al doende zicht op het nieuwe rekenwiskundeonderwijs.

Het boek voorziet in didactisch verantwoorde oplossingen. Voor veel opgaven worden uitgebreide reflectieve oplossingen gegeven. Het is goed om inzichten te verwerven. Additionele lessen zijn echter wel gewenst, omdat een duidelijke instructie per onderdeel ontbreekt.

Ook kommagetallen komen te weinig aan bod. Daarvoor is het teveel gericht op zelfstudie. Leerlingen missen dan de reflectie en verdieping. Na het maken van de toets krijgt de student een advies op maat over welke onderdelen hij of zij zou moeten bijspijkeren. Op die manier kunnen ze de juiste feedback geven.

Een compacte methode met voor mbo-deelnemers de juiste diepgang. De deelnemer kan zelfstandig met de methode werken, maar een vakdocent als achterwacht is noodzakelijk. Het programma biedt de leerling gelegenheid zelfstandig te oefenen met een aantal belangrijke elementen uit de rekenkunde: getallenleer, vermenigvuldigen en delen, breuken, tijd, kommagetallen, procenten en lengtematen. Het programma biedt situaties die herkenbaar zijn vanuit de dagelijkse leefwereld.

Vanuit die situatie wordt aan de leerlingen gevraagd een bepaald rekenprobleem in hun eigen tempo op te lossen.

Bij de verwerking van het antwoord wordt uitgegaan van het principe van meerkeuzevragen. De leerling krijgt vier alternatieve antwoorden en moet hieruit het goede antwoord kiezen. Bovendien krijgt de leerling na goede beantwoording een volledige uitleg van de opgave. Zo biedt dit programma de leerling de gelegenheid de verworven kennis nog eens op een aantrekkelijke manier te oefenen. Om de vorderingen van de leerling te kunnen volgen biedt het pakket ook faciliteiten om per taak de resultaten van de gemaakte opgaven af te drukken.

Er is geen uitleg vooraf, de didactiek nodigt niet uit tot oefenen. Juist de deelnemers die remediering nodig hebben, zijn gebaat bij heldere uitleg en aansprekend materiaal, deze methode voldoet daarom niet.

Additionele lessen zijn zeker nodig. Aan het eind van het boek zijn casussen opgenomen wederom met opklimmende moeilijkheidsgraad om de vaardigheden te toetsen. Ondersteunende lessen zijn daarom essentieel. Ook ontbreekt visuele ondersteuning. Dit geldt zowel voor de pabo als voor het mbo. Ook is duidelijk dat niet alles wat voor han-. Rekenwijzer Thieme Meulenhoff en Keerpunt Van Gorcum worden vooral gezien als methoden voor de sterkere rekenaars en kunnen volgens de docenten gebruikt worden voor studenten die de norm hebben gehaald, verder te helpen.

In deze methode wordt niet alles behandeld dat nodig is voor de pabo. Evenmin geschikt bevonden is de methode Rekenen toegepast Visiria. Deze wordt niet aantrekkelijk gevonden voor mbo-ers omdat er teveel wordt uitgegaan van zelfstudie. Het is niet de beschikbaarheid van materiaal dat door aanwezigen als cruciale factor gezien. Het probleem zit in vooral in de tijd die beschikbaar is om te investeren in het bijspijkeren van deelnemers of studenten.

Met name voor de zwakkeren werkt het niet zelfstudie materiaal beschikbaar te stellen. Veel van deze leerlingen behoeven een intensief begeleidingstraject waar door leerkrachten veel uren in moeten worden gestoken. De mate waarin de leraren hiertoe door het management van hun instelling toe in staat worden gesteld verschilt echter enorm. Sommigen hebben enkele uren per kwartaal tot hun beschikking en anderen kunnen wekelijks een paar uur bijspijkeren.

Na het maken van deze instaptoets krijgen zij een advies op maat. Elk hoofdstuk eindigt met een schema waarin de regels zijn samengevat. De bijgeleverde cd-rom bevat extra oefeningen en diagnostisch toetsmateriaal. Bij het boek hoort de interactieve website www. De website biedt daarnaast een groot aantal oefeningen op verschillende moeilijkheidsniveaus, zodat de theorie uit het boek in praktijk kan worden gebracht. Zeer geschikt voor studenten. Overzichtelijke didactiek duidelijke uitleg, veel oefeningen en niet teveel informatie in een keer , geschikt voor zelfstudie.

Bovendien ontbreken de antwoorden, die staan alleen in boeken voor de docent. Jammer dat antwoorden ontbreken, daardoor is zelfcorrectie niet mogelijk. De lay-out en opbouw zijn overzichtelijk. Het oordeel heeft alleen betrekking op de methode Basisvaardigheden Grammatica; op het moment van beoordelen was Basisvaardigheden Spelling nog niet beschikbaar.

De leerling draagt eigen verantwoordelijkheid. De uitgever benadrukt dat het wel goed is als een docent in de buurt is om aanvullend aan de software te kunnen uitleggen. Ieder hoofdstuk kan afzonderlijk worden behandeld. Er is ook een leerlingvolgsysteem voor docenten gemaakt, zodat deze de vorderingen van leerlingen kunnen bijhouden, al wordt dit niet vaak gebruikt. Er kan op verschillende manieren mee worden gewerkt: als toets om het niveau vast te kunnen stellen en als bron van informatie met verwerkingsopdrachten.

Leerlingen uit de onderbouw zullen niet zo gauw uit zichzelf het informatieboek bestuderen. Een VWO leerling uit de bovenbouw zal hier makkelijker mee aan de slag gaan. Het is een methode met veel oefenmateriaal, zeer verzorgd en volledig. Alleen een volledige uitleg ontbreekt als een oefening fout wordt gemaakt. Uitgever: Muiswerk Naam methode: Muiswerk 5.

Na een bepaalde tijd wordt de toets dan opnieuw afgenomen. Mogelijk nadeel: voor sommige docenten duurt het even voor zij goed met de methode kunnen omgaan daartoe worden cursussen gegeven. Het is goed bruikbaar, duidelijke en aantrekkelijke vormgeving, erg handig voor zelfstudie en in een beperkte hoeveelheid tijd door te nemen.

Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de discussie over de domeinen in de instroomtoets nog niet is afgerond. Daardoor is moeilijk te zeggen of de bestaande methoden ook in de toekomst in alle opzichten zullen voldoen.

De methoden waarvan we uit de beoordeling en het gesprek in ieder geval weten dat ze — gegeven de instroom toets voor taal - voor verschillende niveaugroepen zijn te gebruiken zijn: Basisvaardigheden Grammatica Wolters Noordhoff , Nedercom Spelling en Grammatica, Muiswerk en Vlekkeloos Nederlands Dick Pak hoewel bij deze laatste methode enkele kritische kanttekeningen zijn geplaatst.

Niet alle methoden konden worden beoordeeld. Dit in verband met het aantal docenten dat bereid en in staat was tijd vrij te maken voor een beoordeling. We hebben daarom gekozen voor het laten beoordelen van die methoden die meer keren in eerdere fasen van het onderzoek zijn genoemd.

Ook zijn we een aantal methoden in een laat stadium van het onderzoek op het spoor gekomen en is er eenvoudigweg geen gelegenheid meer geweest voor een beoordeling. Tot slot zijn er in de groepsgesprekken nog enkele sites genoemd waar volgens de docenten veel goed oefenmateriaal is te vinden. Ook deze sites noemen we hier. Het is vooral ook bedoeld voor studenten in het hbo en de technische en economische opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs.

De bijbehorende rekenmethodes worden kort en duidelijk uitgelegd. Daarnaast zijn er toepassingen in het rekenen met geldbedragen, procenten, wisselkoersen, maten en gewichten. Wel is er een Leerling Management Systeem voor de docent om de voortgang van leerlingen bij te houden.

Onduidelijk is of echt alle domeinen uit de instroomtoets voldoende aan bod komen. Ieder deel vormt een op zichzelf staande cursus, die de student of cursist vrijwel zonder begeleiding van docent zelfstandig kan uitvoeren.

Elk deel dient tevens als handig naslagwerk. Praktische cursus zinsontleding Op een overzichtelijke en complete manier biedt het boekje de student inzicht in de fundamentele theorie van de taalen redekundige ontleding. De presentatie van de stof is eenvoudig gehouden; er wordt weinig tot geen voorkennis verondersteld. Er zijn oefeningen oplopende in moeilijkheidsgraad.

Alle antwoorden bij de oefeningen zijn achter in het boek opgenomen. Aan elk hoofdstuk zijn twee toetsen toegevoegd. Praktische cursus spelling is een compact boekje voor studenten die snel hun kennis over spelling willen opfrissen. Op heldere en beknopte wijze beschrijft het boekje de nieuwe spellingregels anno Het bevat een grote hoeveelheid oefeningen en toetsen. De antwoorden bij de oefeningen zijn achter in het boek opgenomen.

Nieuw bij deze uitgave zijn de digitale oefenmogelijkheden op www. De taaltoets is nog in ontwikkeling en discussie wordt gevoerd over of de geselecteerde domeinen adequaat zijn en welke norm gehanteerd moet worden. De instroomtoetsen laten een relatief hoog percentage studenten zien dat de norm niet haalt en waarvoor het opnieuw bijbrengen van kennis en vaardigheden aan de orde is. In de eerste plaats wordt het toetsen op zich het bepalen van een minimumniveau van harte ondersteund.

Maar de toetsen meten in onvoldoende mate de gecijferdheid en geletterdheid; de toets goed maken, is niet synoniem aan voldoende kennis hebben om je verder te ontwikkelen als docent. Het aanleren van studievaardigheden en voldoende verdieping aanbieden gedurende de pabo- opleiding is van groot belang. Uit een aantal gesprekken klinkt door dat het zoeken is naar wat op welk moment geleerd of beheerst moet worden.

Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderwerp regelkennis van spelling. Dat is op zich geen nieuwe vraag zie ook de beleidsnotities van de afgelopen tijden waarin wordt gesproken over een gedeelde verantwoordelijkheid. Het blijft echter wel een serieus probleem. Docenten zowel op mbo scholen als op de pabo voelen zich verantwoordelijk voor de zwakke leerling.

Tegelijk is duidelijk dat hen door het management van de school niet altijd de ruimte wordt gegeven om voldoende aandacht aan zwakke leerlingen te geven.

Zwakke leerlingen uit het mbo die een veel lagere kans hebben op succes worden op de pabo identiek bekostigd als sterkere leerlingen uit havo en vwo.

Een aspect dat meespeelt met het oog op op te leveren eindkwaliteit is het ontbreken van duidelijke richtlijnen eindtermen voor het vak rekenen bij de opleiding onderwijsassistent.

Veel deelnemers van de opleiding onderwijsassistent hebben als perspectief om na het mbo door te gaan naar de pabo. Daarmee is de opleiding voor onderwijsassistent een vooropleiding in plaats van een eindopleiding geworden. Men is in het algemeen tevreden over het materiaal. Voldoende tijd om bij te spijkeren is een belangrijker issue. Voor taal is expliciet aangegeven dat er behoefte is aan overzichtelijke methoden waarin de lesstof in kleine eenheden wordt aangeboden.

In het voortgezet onderwijs is nog geen vraag op dit gebied gearticuleerd. De beschikbare tijd daarvoor verschilt sterk per opleiding. Er wordt uitgegaan van veel zelfstudie. Op alle mbo-opleidingen is er aandacht voor bijspijkeren rekenen en taal.

De verschillen tussen mbo-opleidingen zijn groot zowel in termen van aanpak en beschikbare tijd. Daarbij speelt dat het competentiegerichte leren, de deelnemers veel ruimte bieden om aan reken- of taallessen deel te nemen. Het is een eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen.

Bij sommige opleidingen zijn daarvoor 2 lesuren per week beschikbaar, bij anderen gaat het om een fractie daarvan. Voor zover er iets gebeurt, is dat gericht op rekenen. Zowel voor de pabo als voor het mbo.

Voor het havo is dat wat minder duidelijk. Tegelijk is dui-. De prille ervaringen met de instroomtoets en de daarin te onderscheiden domeinen maakt de oordelen van docenten in het algemeen wat voorzichtiger. M a tch va n v ra a g en a a n bo d De belangrijkste conclusie uit ons rapport is dat er voldoende materiaal is om studenten goed voor te bereiden op de instroomtoets maar tevens dat dit nog niet synoniem is aan het slagen voor de toets. Goed materiaal is van belang, maar zeker zo belangrijk is ook de begeleiding van de docent.

Dat is niet alleen nodig om extra uitleg te geven, maar vooral ook om onzekerheden weg te werken of enthousiasme over te dragen. In dit opzicht zijn de verschillen tussen opleidingen in aandacht en feitelijke lestijd voor rekenen en taal bijspijkeren opmerkelijk. De aandacht en uitleg door vakdeskundigen is nodig om de gewenste kwaliteit te bereiken.

Aanbevelingen H o e ve r de r? Heel belangrijk is een goede communicatie over het beschikbare materiaal. Zij zijn uiteindelijk de uitvoerders van het bijspijkeren. Er is behoefte aan duidelijke en gerichte communicatie over de introductie van toetsen.

Het is van belang dat goede communicatie over de inhoud van de toetsen stevig wordt voortgezet; niet alleen op landelijk maar ook op regionaal niveau voorlichtingsbijeenkomsten. Verder is het zinvol goede praktijken van begeleiding en extra aandacht actief onder de aandacht brengen. Het materiaal lijkt voldoende. Met uitgevers kunnen de commentaren beoordelingen doorgenomen worden.

Daar kunnen de uitgevers baat bij hebben, want soms lijken relatief eenvoudige aanpassingen bijvoorbeeld het toevoegen van antwoorden de producten te kunnen verbeteren.

Een praktisch punt hierbij is de timing van de instroomtoets in het voortgezet onderwijs. Beter is leerlin-. De persoonlijke begeleiding door vakdocenten is van groot belang. Als verbetering van de kwaliteit i. Dat vergt een intensieve persoonlijke aanpak. Deze studenten zijn niet in staat dergelijke angsten met zelfstudie te overwinnen.

De begeleiding die in de praktijk verschillende vormen kent is er op dit moment wel, maar de omvang wisselt sterk per instelling. Daar zit doorgaans besluitvorming van het management aan vast. Het is belangrijk dat instellingen op dit punt prioriteiten stellen en meer ruimte bieden voor de persoonlijke begeleiding.

Tegelijkertijd moeten ook de aankomende pabo-studenten doordrongen worden van het belang van beheersing van basisvaardigheden en moeten ook zij — als dat nodig is - de tijd nemen voor bijspijkeren.

Bij het stellen van prioriteiten door instellingen moet worden opgemerkt dat in de bekostiging van de pabo geen rekening is gehouden met het feit dat het meer inspanning vergt mbo-ers op te leiden dan studenten met een havo-diploma. Als daar meer ruimte voor wordt geboden — waarbij de ruimte bij de pabo of het roc of bij beide komt te liggen — dan mag meer worden verwacht van het rendement van de opleiding. Joris Paulussen HBO-raad. Reeds verschenen: Arbeidsmarktbarometer BVE-sector - Arbeidsmarktbarometer Primair Onderwijs - Vraaggestuurde nascholing krijgt vorm: een evaluatie-onderzoek naar de nieuwe financieringssystematiek nascholing Arbeidsmarkttrainingen BVE - Na ar de lerarenopleiding: onderwijsmonitor Meer handen in de school: een onderzoek naar de effecten van ondersteuning voor leraren: een tussenbalans Creatieve oplossingen voor personeelstekorten in het onderwijs Arbeidsmarktbarometer Voortgezet Onderwijs - Actualisering wachtgeldramingen onderwijs, basisjaar Variatie en afwisseling: perspectief op ontwikkeling De begeleiding van beginnende leraren Bijlage bij, de begeleiding van beginnende leraren Arbeidsmarktramingen Primair Onderwijs - De praktijk van het taakbeleid.

Samenvatting De praktijk van het taakbeleid Verzuim onder personeel in het onderwijs in Hoe onbekend is het onderwijsondersteunend personeel?

Mobiliteit van leraren in het Primair en Voortgezet Onderwijs Assistenten in school Leren op de werkplek Monitor decentrale budgetten in Basis-, Speciaal en Voortgezet Onderwijs Monitor kwaliteitsimpuls arbeidsorganisatie BVE-sector Vraaggestuurde nascholing In kaart gebracht Wachtgeldrapport Taakbesteding en taakbelasting van leraren Taakbesteding en taakbelasting van leraren in het Primair Onderwijs Taakbesteding en taakbelasting van leraren in het Voortgezet Onderwijs Taakbesteding en taakbelasting van docenten in de BVE-sector Taakbelasting van OOP in het Basisonderwijs Zij-instroom in het beroep Het leraarschap als nieuwe kans Arbeidsmarktbarometer Primair Onderwijs - tussenrapport Arbeidsmarktbarometer Voortgezet Onderwijs - tussenrapport Arbeidsmarktbarometer BVE-sector - tussenrapport Monitor decentrale budgetten - Wervings- en bindingspremies in Onderwijs, Zorg en Welzijn Vaklieden voor de klas Uitstroom uit het wachtgeld, bemiddeld of onbemiddeld Duobanen voor schoolleiders in het Primair Onderwijs Na ar de lerarenopleding: onderwijsmonitor Oud en Wijs in het Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Primair Onderwijs - eindrapport.

Methode - Matrix - Evaluatie Kijken naar methodes vanuit het perspectief van een zml-leerling in het regulier onderwijs Beoordeling op vorm Leerkracht. Opmerkingen: Inoefening en herhaling zou beter kunnen.

Opmerkingen: Redelijk te gebruiken in groep 3 - 4 bij zwakke leerlingen. Domein Naam school Cijfer. Opmerkingen: Wij gebruiken de methode als leidraad voor ook moeilijk lerende leerlingen. Het is nodig om het aan te vullen met ook De leerstappen zijn matig gelet op de leerlingen en hun vermogen! De motivatie is voldoende door het gebruik van 4 ni Domein Naam school Cijfer.

Opmerkingen: De stappen die in deze methode worden gemaakt zijn te groot voor de zml. Hij is priegelig en saai van kleur. Teveel verschillende onderdeeltjes in een taak. Opmerkingen: De methode is goed qua opbouw, maar zou meer geactualiseerd moeten worden.

Opmerkingen: De methode geeft te weinig lessuggesties voor REC 3 leerlingen. De methode is op zich goed, maar gaat veel te snel voor de ZML leerling. Er is te weinig herhaling en te weinig extra materiaal voor ZML ll. Te weinig praktisch en handelend bezig zijn. Daarnaast komen al snel diverse typen sommen erbij en naast elkaar, waardoor de ll.

Je moet er een methode naast hebben voor ZML ll. Rekenrijk en veel extra materialen om praktisch bezig te zijn.

Ik heb veel moeten schrappen en overslaan. Domein Wereld in getallen Naam school Dr. Algraschool, Leeuwarden Camingaburen Cijfer. Opmerkingen: Goed te gebruiken ook als aanvulling op Wereld in getallen. Opmerkingen: In de praktijk is Maatwerk beter te gebruiken dan Wereld in getallen. De onderwerpen zijn duidelijker geordend.

Is het methode onderdeel eenmaal doorlopen, dan houdt het op en is er geen vervolg. AmbraSoft: Taal en Rekenen. Referentiekader taal en rekenen. Opstapcursus rekenen en taal. Uitvoeringsplan taal en rekenen mbo. Inspiratie voor taal en rekenen. Taal en rekenen JTC Roosendaal. Quickscan nascholing taal en rekenen. Passende Perspectieven taal en rekenen.

Actualiteit taal en rekenen mbo. Intensivering taal en rekenen. Deel A Beleidsplan taal en rekenen mbo Een vierjarenplan voor periode. Handreiking instellingsexamens.

Nederlandse taal en rekenen. Schoolpakket Rekenen en Taal. Maak kennis met Schoolpakket Ruim baan voor Rekenen!



0コメント

  • 1000 / 1000